Op 28 november 1944 vlogen 2 Messerschmitt Me 262 “Sturmvogel” straalvliegtuigen van Kampfgeschwader 51 rond 10:40 uur boven Helmond-Noord. Deze toestellen vlogen laag over de stad en vielen de omgeving van het vliegveld aan. Deze allereerste jets maakten een onnoemelijk lawaai en heel Helmond was in rep en roer.
Dit provisorisch Brits vliegveld lag op de plek waar nu de wijk Rijpelberg ligt en liep door tot Berkendonk, exact de locatie waar in de jaren ’80 HMVC gelegen was. Destijds, in 1944, behoorde dit nog tot de gemeente Bakel en Milheeze. De bommen van deze “Stormvogels” vielen echter te snel en explodeerden bij de Pannenhoefschelaan in het vrije veld zonder schade aan te richten. De Zweedse 40mm Bofors kanonnen van het 2875 AA Squadron openden het vuur op hun aanvallers. Zij moesten echter stoppen met schieten omdat een zestal Hawker Typhoons van het 137 Squadron van Eindhoven opdoken. Zij kwamen net terug van een gewapende verkenning bij Kevelaer.
De Typhoons draaiden af waarop de artilleristen direct het vuur heropenden. De eerste Messerschmitt ontkwam door snel te klimmen, maar het tweede toestel vloog direct in de barrage van exploderende 40mm granaten die de kanonniers op hem afvuurden. Deze Messerschmitt Me 262A-2a (170120) stortte om 10:45 uur brandend neer achter de boerderij Mariahof aan de Geremtscheweg, bij het gehucht “Geremt” ten zuiden van de spoorlijn waarop deze gedeeltelijk uitbrandde. Hauptmann Rudolf Rösch werd door de klap onthoofd en overleefde het vanzelfspreken niet. Natuurlijk was er veel interesse voor dit nieuwe toestel zonder propellor. De resten van dit toestel werden ook snel voor onderzoek overgebracht naar Engeland. Dit was de eerste keer in de wereldgeschiedenis dat een straalvliegtuig vanaf de grond werd neergehaald.
De Messerschmitt 262 Schwalbe
De ontwikkeling van dit toestel kwam relatief laat op gang en zou in 1941 misschien nog een verschil hebben kunnen maken in het verloop van de oorlog. De Messerschmitt 163 (de enige raketjager in de geschiedenis) was misschien nog opmerkelijker met zijn radicale concept, maar deze heeft uiteindelijk meer schade aan Duitsland opgeleverd dan aan de geallieerden. Levensgevaarlijk was dit toestel voor de piloot zelf met de uiterst agressieve stoffen aan boord. Nee, de Me-262 was de blauwdruk voor alle na-oorlogse jagers. Met de “swept wing” zou later elk toestel uitgerust worden vanwege de aerodynamische eigenschappen. Bij dit toestel waren die aerodynamische eigenschappen eigenlijk niet de reden voor die achterwaarts gerichte vleugel. Deze werd namelijk zo gekozen om een betere ophanging van de motoren te realiseren. Het bleek een fantastisch goed vliegend toestel te zijn. „…als wenn ein Engel schiebt“, zo beschreef General Adolf Galland dit toestel nadat hij voor de eerste keer een vliegtuig met een straalturbine had gevlogen.
Geen enkel geallieerd toestel in de tweede wereldoorlog kon zich met de Me262 meten en daarbij ging het dan niet alleen om zijn snelheid, maar ook de bewapening. 4 MK 108 kanonnen in de neus waren extreem dodelijk in de handen van een goede piloot. In tegenstelling tot de latere Heinkel 162 werden deze toestellen gevlogen door de crème de la crème van de Luftwaffe. Natuurlijk had het vliegtuig niet alleen goede eigenschappen. De betrouwbaarheid en levensduur van de Jumo-004 turbines speelden de Duitsers nog parten. 10~25 vlieguren en dan was het op. Misschien hadden ze dit op kunnen lossen indien ze meer en vooral eerder aandacht aan dit concept (de axiale straalturbine) hadden gegeven. Het ambitieuze V2-project had disproportioneel veel aandacht en middelen gekregen. Bovendien was men aan het begin van de oorlog ervan overtuigd dat alle doelen bereikt konden worden met de Messerschmitt 109 waarvan er ontzettend veel zijn gemaakt (33,984). Straalmotoren waren wel minder kritisch t.a.v. de gebruikte brandstof. Zuigermotoren hadden speciale hoog octaan brandstof nodig, terwijl de straalmotoren tevreden waren met petroleum. Dit was heel belangrijk omdat Duitsland tegen het eind van de oorlog (na verlies van gebieden met olievelden) aangewezen was op brandstof dat uit bruinkool werd verkregen. Het verbruik daarentegen lag wel 2x zo hoog.
Hitler was lange tijd een onaantastbare bommenwerper beloofd en bij de demonstratievlucht van deze jager vroeg hij aan Willy Messerschmitt of het toestel omgebouwd kon worden tot schnellbomber. Dit werd bevestigd, maar werd niet opgepikt als een uitdrukkelijke wens en verdere ontwikkeling ging gewoon door als jager. Toen Hitler daar later achter kwam voelde hij zich verraden en gaf hij een direct bevel dat deze straaljager aangepast moest worden tot bommenwerper. Die variant van de Me262 kreeg de codenaam “Sturmvogel”. Deze bommen vernielde volledig de aerodynamische eigenschappen van deze jager (Schwalbe) en hierdoor kwamen ze weer in bereik van de geallieerde propellorvliegtuigen. Dit was ook voor de Sturmvogel in Helmond en Hauptmann Rösch fataal.